Conferentie Rituele Competentie
Voor het academisch jaar 2019-2020 koos het Universitair Centrum voor Geestelijke Verzorging (UCGV) rituelen in de geestelijke verzorging als jaarthema. Het jaar werd afgetrapt met een expert meeting op bescheiden schaal (9 oktober 2019) en vond op 8 oktober 2020 zijn voltooiing in een conferentie voor professionals uit het werkveld. Deze vanwege het coronavirus geheel digitaal georganiseerde conferentie kon met meer dan honderd aanmeldingen op veel belangstelling rekenen. Gekozen was om binnen het thema rituelen te focussen op rituele competenties voor geestelijk verzorgers en de wijze waarop deze competenties in de opleiding en de praktijk verworven kunnen worden.
Nadat de dag geopend was door Sjaak Körver (TST/UCGV), vertelden twee geestelijk verzorgers over rituelen in hun dagelijkse praktijk. Marieke Termeer toonde het belang en de uitdagingen van een ritueel voor een verstandelijk gehandicapte cliënt; Beatrijs Hofman vertelde over haar bijdrage aan de handreiking voor rituelen in coronatijd. In de eerste academische bijdrage liet Joanna Wojtkowiak (UvH) overtuigend zien dat het uitvoeren van rituelen en het organiseren van vieringen/bezinningsbijeenkomsten tot de kerntaken van GV’ers behoren. Zij wierp daarnaast de vraag van ‘ethics of ritualizing’ op: in hoeverre mag en kan je rituelen ‘lenen’ uit andere tradities? Thomas Quartier (RU) sloot in zijn verhaal aan bij die vraag in en stelde dat je als GV’er ook de verantwoordelijkheid hebt tot respect voor een anders traditie. In de discussie over de spanning rondom rollen en ambten introduceerde hij het concept ‘ritual negotiation’ en riep hij de deelnemers op impasses te vermijden door te rade te gaan bij oecumenische symboliek en door te putten uit de volle breedte van de kerkelijke tradities.
Na een korte pauze formuleerde Sam Goyvaerts (TST) een werkdefinitie van rituele competentie, die hij vervolgens in stappen besprak. Die definitie luidde: ‘(1) het vertrouwd zijn met één of meerdere rituele tradities en de competentie om deze op een hedendaagse manier vorm te geven, (2) met aandacht voor het symbolische en lichamelijke karakter van rituele handelingen en (3) in staat zijn om de juiste spanningsboog te vinden en te behouden in het ritueel.’ André Mulder (Windesheim) besprak daarna enkele lessen vanuit het HBO en wees vanuit die lessen op de reikwijdte en leerbaarheid van rituele competentie. De laatste academische bijdrage kwam van Brenda Mathijssen (RUG) die in een spannend betoog drie uitgangspunten voor toekomstig ritueel onderwijs voorstelde: (1) de super-diverse samenleving; (2) bekwaamheid boven bevoegdheid; en (3) meer samenwerking tussen universiteiten en Hbo-instellingen. Zij wees ook nadrukkelijk op het belang van performancein het uitoefenen van rituelen, onder meer door het gebruik van de metafoor ‘ritueel theater’ voor het onderwijs in de geestelijke verzorging.
In de middag werd in subgroepen gereflecteerd op de lezingen, een reflectie die plenair werd besproken en samengevat door Erik Olsman (PThU/UCGV). Hierbij kwam aan het licht dat ook het perspectief en belang van de cliënt meegewogen moet worden, zeker als die cliënt zelf geen deel is van een levensbeschouwelijke traditie. Ook vroegen meerdere aanwezigen de aandacht voor de lichamelijkheid van ritueel, een element dat volgens hen meer aan bod zou moeten komen in de opleiding. Tot slot werd nog de vraag opgeroepen wat nu eigenlijk een ritueel ‘goed’ of ‘geslaagd’ maakt. Naar aanleiding van dit themajaar is het UCGV van plan in 2021 een Nederlandstalige bundel over rituelen in de geestelijke verzorging te publiceren.
(Dit verslag verscheen eerder in de Kroniek van het Tijdschrift voor Theologie.)